Zwemles

Zwemlessen

De gemeente kan een bijdrage verstrekken voor de kosten van zwemles voor mensen met een laag inkomen en vermogen. Neem contact op met uw gemeente of kijk op de website van uw gemeente onder het kopje werk en inkomen voor meer informatie.

Voorlopig zwemlesrooster 2024

De minimum leeftijd voor de zwemles is 5 jaar bij aanvang van de eerste les. Plaatsing voor de lessen gaat op volgorde van binnenkomst inschrijvingen. Bij onvoldoende opgave worden de groepen samengevoegd.

Schema kan dus afwijken.

DagenTijdeerste badTweede badDiepe bad
ma/do16.30 – 16.55BeginnersEasyswim beginC-diploma
ma/do17.00 – 17.25Tweede badA-diploma / B-diploma
ma/do17.30 – 17.55Easyswim Zwemvaardigheid
ma/do18.00 – 18.25Snorkelen 1, 2 en 3
di/vrij16.30 – 16.55BeginnersEasyswim begin
di/vrij17.00 – 17.25Tweede badB-diploma
di/vrij17.30 – 17.55Easyswim beginA-diploma
di/vrij18.00 – 18.25Survival 1 en 2
di/wo16.30 – 16.55C-diploma
di/wo17.00 – 17.25C-diploma
di/wo17.30 – 17.55Easyswim gevorderd
di/wo18.00 – 18.25Survival 3

Easyswim = een zwemles (voor beginnende kinderen) in dieper water, zij dragen hierbij een speciaal zwempakje. Kinderen moeten hiervoor watervrij zijn.

ZWEM ABC

Wij bieden het enige echte Zwem-ABC

In Nederland mag iedereen zwemles aanbieden en een zwemdiploma uitgeven. Dit is namelijk niet wettelijk geregeld. De verschillende zwemdiploma’s leiden helaas niet altijd op tot dezelfde Zwemveiligheidsnorm.

Wij hebben echter de Licentie Zwem-ABC en worden elk jaar onafhankelijk getoetst op een groot aantal kwaliteitscriteria door de Nationale Raad Zwemdiploma`s. Zo weet je als ouder zeker dat de zwemlessen en het zwemdiploma voldoen aan de Nationale Zwemveiligheidsnorm en leg je de basis voor een leven lang zwemplezier en –veiligheid.

Dit geeft je als ouder/verzorger 4 zekerheden:

  1. Gediplomeerde en gekwalificeerde zwemonderwijzers, zodat je kind in veilige handen is en met plezier naar zwemles gaat. Zo werken de zwemonderwijzers volgens de Gedragscode Zwembranche, hebben een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) en blijven bijgeschoold.
  2. Je kind ontvangt de Nationale Zwemdiploma’s van het Zwem-ABC. Deze diploma’s voldoen aan de Nationale Zwemveiligheidsnormen. Dit officiële diploma wordt bijvoorbeeld erkend door brandweer, politie en sportopleidingen voor de uitoefening van verschillende beroepen.
  3. De zwemlesaanbieder hanteert een helder beschreven zwemlesmethode, zodat je kunt bepalen welke aanbieder het beste bij jouw kind past. Tijdens de zwemles wordt je als ouder ook goed op de hoogte gehouden van de vorderingen van je kind.
  4. Een constante kwaliteit van de zwemlesaanbieder, geborgd door onafhankelijke jaarlijkse controle en toetsmomenten bij het diplomazwemmen.

Dus: kies bewust en ga voor zekerheid.

Zwembad 't Hemmerven

Zwemles plan

In zwembad Het Hemmerven kunnen kinderen en volwassenen worden opgeleid voor de volgende diploma’s:

Het zwemdiploma A, B en C.
Zwemvaardigheid 1, 2 en 3.
Survival 1, 2 en 3.
Snorkelen 1, 2 en 3 Hemmerven diploma.

Van elke les-kandidaat worden de zwemscores bijgehouden op papier. De deelnemer mag ten alle tijden vragen naar het resultaat.

Tevens wordt er van elke les-kandidaat een leerlingvolgsysteem bijgehouden op papier. Hierop worden de vorderingen en bijzonderheden, zoals ziekte en evt. problemen, bijgehouden. Deze bijzonderheden worden door de ouders en/of verzorgenden zelf aan ons doorgegeven.

Er wordt lesgegeven in groepen van maximaal:

10 kinderen in het eerste bad.
10 kinderen in het tweede bad.
8 kinderen in de groep easyswim.
12 kinderen diepe bad A-, B- en C-diploma.
Zwemvaardigheidsdiploma’s zijn afhankelijk van het aantal deelnemers hoe de indeling zal zijn.

Hoewel wij in groepen lesgeven, streven wij ernaar om elk kind afzonderlijk te begeleiden in wat bij het kind past.

Volwassenen hebben de keus om met een groep kinderen te lessen of apart zwemles te krijgen.

Het zwembadpersoneel heeft per bad omschreven wat de doelstelling is om bevorderd te worden naar een volgend bad of om af te zwemmen voor het betreffende diploma.

Ouders en/of verzorgenden kunnen deze informatie vinden in een speciale map die ter inzage ligt bij de kassa of op de tafel onder de overkapping.

Als u als ouders informatie wilt hebben over uw kind dan kunt u dit opvragen op verschillende manieren:

Via de mail info@hemmerven.nl. of Telefonisch tijdens de openingsuren.

Op zondag is er altijd gelegenheid om met uw kind te oefenen in het diepe bad. Het duikzeil mag dan altijd gebruikt worden, mits dit gevraagd word.

Heeft u klachten waar u niet uit kunt komen met het personeel dan is bestuurslid Sandra Raven het aanspreekpunt.
U kunt haar benaderen via: secretariaat@hemmerven.nl

Kinderen

Wij kunnen uw kind opleiden voor de volgende diploma’s: Het volledige ZWEM ABC

Zwemvaardigheidsdiploma I, II en III

C diploma vereist

Zwemvaardigheidsdiploma snorkelen I, II en III

C diploma vereist

Zwemvaardigheidsdiploma survival I, II en III

C diploma vereist

In principe gaan de lessen altijd door, maar een enkele keer kan het i.v.m. de weersomstandigheden nodig zijn de lessen te annuleren. (Bij bijvoorbeeld onweersbuien.)

In de zomervakantie verhuizen alle lessen naar de ochtend, u krijgt hiervan tijdig bericht.

Tijdens de zwemvierdaagse, Koningsdag, Hemelvaartsdag, tweede en derde Pinksterdag worden er geen zwemlessen gegeven.

Kleuterzwemmen is gebaseerd op watervrij maken.

Via het digitale inschrijfformulier dat u op deze website vindt kunt u uw kind[eren] opgeven voor zwemles.
Volgorde van binnenkomst bepaald de volgorde van plaatsing. In principe nemen wij alle kinderen vanaf 5 jaar aan, maar bij plaatsgebrek worden de jongste kinderen op de wachtlijst geplaatst. Inschrijven voor de zwemles kan via de webshop.

Wilt u er rekening mee houden dat als u kind een hele winter niet heeft gezwommen of de overgang maakt van een binnen naar een buitenbad, soms wel invloed kan hebben op de zwemprestaties van u kind. Daar bedoelen we mee soms beter om u kind iets minder hoog in te schrijven dan te hoog.

Voor de snorkellessen, survivallessen en zwemvaardigheid is een diploma C vereist.

Volwassenen

Voor de mensen die wel kunnen zwemmen maar geen diploma hebben of die ook eens iets anders willen zwemmen is er nu de mogelijkheid om dit te proberen.

Bij voldoende inschrijvingen zal een groep gestart worden in het diepe bad + een groep in het ondiepe bad. De tijden zullen in overleg worden bepaald. U hoeft niet perse voor een diploma te zwemmen. Verbeteren van de zwemslagen is ook een optie.
Volwassenen mogen ook altijd gelijk met kinderen lessen. Alleen bij de survival lessen is dit niet aan te raden.
In overleg kan er een tijd gereserveerd worden voor volwassen zwemles zowel voor het ondiepe / diepe bad.

Vakantie Rooster

Het lesschema wordt op een later moment bekend gemaakt.

Kledingeisen

Diploma A

Eisen Nationaal Zwemdiploma A

Met het behalen van het Nationaal Zwemdiploma A laat je kind zien een basisconditie te hebben en de basisvaardigheden te beheersen om op een veilige manier te bewegen en te recreëren in een zwembad zonder attracties. Je kind kan zich redden als het onverwacht in het water valt. Zwemdiploma A is de opstap naar Zwemdiploma B en het complete Zwem-ABC.

Vaardigheden
Bij het behalen van het Nationaal Zwemdiploma A laat je kind zien dat hij of zij:

  • zich met kleren aan, na een onverwachte val in het water, boven water kan oriënteren met watertrappen, een basisafstand kan zwemmen met één of meer van de vier zwemslagen (schoolslag, enkelvoudige rugslag, borstcrawl, rugcrawl) en zelfstandig uit het water kan klimmen.
  • op verschillende manieren het water in kan gaan, zich onder water kan oriënteren en ergens doorheen kan zwemmen.
  • een basisconditie heeft om met één of meer van de vier zwemslagen (schoolslag, enkelvoudige rugslag, borstcrawl, rugcrawl) een basisafstand te overbruggen.
  • de vier zwemslagen (schoolslag, enkelvoudige rugslag, borstcrawl, rugcrawl) technisch voldoende tot goed kan uitvoeren over een basisafstand.
  • kan drijven op de buik en op de rug. Je kind voelt zich vertrouwd in het water.
  • kan watertrappen met armen en benen, kan draaien en zich kan oriënteren.

Standaard examenprogramma
Via onderstaande link kun je het standaard examenprogramma uit de Examenregeling Nationale Zwemdiploma’s downloaden. De proeven die hier beschreven staan vormen samen het standaard examenprogramma van het Nationaal Zwemdiploma A.

Examenprogramma Zwemdiploma A – Examenregeling Nationale Zwemdiploma’s

Maatwerk examenprogramma
Het kan zo zijn dat je bij het diplomazwemmen (deels) andere proeven tegenkomt dan omschreven in het standaard examenprogramma. Dat komt doordat zwemlesaanbieders in plaats van het standaard examenprogramma ook de mogelijkheid hebben om een eigen maatwerk examenprogramma te ontwikkelen en dat te gebruiken bij het diplomazwemmen. Het maatwerk examenprogramma moet uiteraard qua niveau gelijkwaardig zijn aan het standaard examenprogramma. De Nationale Raad Zwemveiligheid beoordeelt daarom vooraf het niveau van het maatwerk examenprogramma. Na goedkeuring van de raad mag een zwemlesaanbieder het betreffende maatwerkprogramma gebruiken bij het diplomazwemmen. Deze handelwijze zorgt ervoor dat enerzijds het examenprogramma optimaal aansluit op de visie van de zwemlesaanbieder op zwemonderwijs, terwijl anderzijds onafhankelijke kwaliteitscontrole door de Nationale Raad Zwemveiligheid mogelijk blijft.

Kledingeisen diplomazwemmen Nationaal Zwemdiploma A

  • Badkleding
  • Shirt of blouse met lange mouwen
  • Lange broek, jurk of rok tot de enkels
  • Schoenen (plastic, leren en sportschoenen zijn toegestaan; schoenen zonder echte zool zijn niet toegestaan)

Diploma B

Eisen Nationaal Zwemdiploma B

Met het behalen van het Nationaal Zwemdiploma B laat je kind zien een goede conditie te hebben en de vaardigheden te beheersen om op een veilige manier te bewegen en te recreëren in een zwembad met attracties, zoals een (wildwater)glijbaan,
een golfslagbassin en een stroomversnelling. Je kind kan zich goed oriënteren boven en onder water. Zwemdiploma B is de tussenstap naar het complete Zwem-ABC.

Vaardigheden
Bij het behalen van het Nationaal Zwemdiploma B laat je kind zien dat hij of zij:

  • zich met kleren aan, na een onverwachte val in het water, boven water kan oriënteren met watertrappen, een langere afstand kan zwemmen met één of meer van de vier zwemslagen (schoolslag, enkelvoudige rugslag, borstcrawl, rugcrawl), zich onder water kan oriënteren en zelfstandig uit het water kan klimmen.
  • vanaf de kant kan duiken, zich onder water kan oriënteren en ergens doorheen kan zwemmen.
  • een goede conditie heeft om met één of meer van de vier zwemslagen (schoolslag, enkelvoudige rugslag, borstcrawl, rugcrawl) een langere afstand te overbruggen.
  • de vier zwemslagen (schoolslag, enkelvoudige rugslag, borstcrawl, rugcrawl) technisch voldoende tot goed kan uitvoeren over een langere afstand.
  • naar een drijvend voorwerp toe kan zwemmen en hierop kan drijven om uit te rusten en op de rug kan drijven. Je kind voelt zich vertrouwd in het water.
  • kan watertrappen met armen en benen en zich tegelijk kan verplaatsen en dat je kind zichzelf richting de bodem kan laten zakken.

Standaard examenprogramma
Via onderstaande link kun je het standaard examenprogramma uit de Examenregeling Nationale Zwemdiploma’s downloaden. De proeven die hier beschreven staan vormen samen het standaard examenprogramma van het Nationaal Zwemdiploma B.

Examenprogramma Zwemdiploma B – Examenregeling Nationale Zwemdiploma’s

Maatwerk examenprogramma
Het kan zo zijn dat je bij het diplomazwemmen (deels) andere proeven tegenkomt dan omschreven in het standaard examenprogramma. Dat komt doordat zwemlesaanbieders in plaats van het standaard examenprogramma ook de mogelijkheid hebben om een eigen maatwerk examenprogramma te ontwikkelen en dat te gebruiken bij het diplomazwemmen. Het maatwerk examenprogramma moet uiteraard qua niveau gelijkwaardig zijn aan het standaard examenprogramma. De Nationale Raad Zwemveiligheid beoordeelt daarom vooraf het niveau van het maatwerk examenprogramma. Na goedkeuring van de raad mag een zwemlesaanbieder het betreffende maatwerkprogramma gebruiken bij het diplomazwemmen. Deze handelwijze zorgt ervoor dat enerzijds het examenprogramma optimaal aansluit op de visie van de zwemlesaanbieder op zwemonderwijs, terwijl anderzijds onafhankelijke kwaliteitscontrole door de Nationale Raad Zwemveiligheid mogelijk blijft.

Kledingeisen diplomazwemmen Nationaal Zwemdiploma B

  • Badkleding
  • Shirt of blouse met lange mouwen
  • Lange broek, jurk of rok tot de enkels
  • Schoenen (plastic, leren en sportschoenen zijn toegestaan; schoenen zonder echte zool zijn niet toegestaan)

Diploma C

Eisen Nationaal Zwemdiploma C

Met het behalen van het Nationaal Zwemdiploma C laat je kind zien een zeer goede conditie te hebben en de vaardigheden te beheersen om op een veilige manier te bewegen en te recreëren in een zwembad met attracties en in open water zonder stroming of grote golfslag, zoals recreatieplassen en bredere sloten/vaarten (behalve in de zee). Met het Zwemdiploma C heeft je kind voldaan aan de Nationale Norm Zwemveiligheid.

Vaardigheden
Bij het behalen van het Nationaal Zwemdiploma C laat je kind zien dat hij of zij:

  • zich met kleren aan, na een onverwachte val in het water, boven water kan oriënteren met watertrappen, een lange afstand kan zwemmen met één of meer van de vier zwemslagen (schoolslag, enkelvoudige rugslag, borstcrawl, rugcrawl), zich onder water kan oriënteren en ergens doorheen kan zwemmen en zelfstandig uit het water kan klimmen.
  • vanaf de kant kan duiken, zich onder water kan oriënteren, onder water ergens doorheen kan zwemmen en op een veilige plek kan bovenkomen.
  • een zeer goede conditie heeft om met één of meer van de vier zwemslagen (schoolslag, enkelvoudige rugslag, borstcrawl, rugcrawl) een lange afstand te overbruggen.
  • de vier zwemslagen (schoolslag, enkelvoudige rugslag, borstcrawl, rugcrawl) technisch goed kan uitvoeren over een lange afstand.
  • met kleren aan naar een drijvend voorwerp toe kan zwemmen en hierop kan drijven om uit te rusten en op de rug kan drijven. Je kind voelt zich vertrouwd in het water.
  • kan watertrappen met armen en benen en zich tegelijk kan verplaatsen en je kind kan omschakelen naar drijven op de rug om uit te rusten.

Standaard examenprogramma
Via onderstaande link kun je het standaard examenprogramma uit de Examenregeling Nationale Zwemdiploma’s downloaden. De proeven die hier beschreven staan vormen samen het standaard examenprogramma van het Nationaal Zwemdiploma C.

Examenprogramma Zwemdiploma C – Examenregeling Nationale Zwemdiploma’s

Maatwerk examenprogramma
Het kan zo zijn dat je bij het diplomazwemmen (deels) andere proeven tegenkomt dan omschreven in het standaard examenprogramma. Dat komt doordat zwemlesaanbieders in plaats van het standaard examenprogramma ook de mogelijkheid hebben om een eigen maatwerk examenprogramma te ontwikkelen en dat te gebruiken bij het diplomazwemmen. Het maatwerk examenprogramma moet uiteraard qua niveau gelijkwaardig zijn aan het standaard examenprogramma. De Nationale Raad Zwemveiligheid beoordeelt daarom vooraf het niveau van het maatwerk examenprogramma. Na goedkeuring van de raad mag een zwemlesaanbieder het betreffende maatwerkprogramma gebruiken bij het diplomazwemmen. Deze handelwijze zorgt ervoor dat enerzijds het examenprogramma optimaal aansluit op de visie van de zwemlesaanbieder op zwemonderwijs, terwijl anderzijds onafhankelijke kwaliteitscontrole door de Nationale Raad Zwemveiligheid mogelijk blijft.

Kledingeisen diplomazwemmen Nationaal Zwemdiploma C

  • Badkleding
  • Shirt of blouse met lange mouwen
  • Lange broek, jurk of rok tot de enkels
  • Jas met lange mouwen
  • Schoenen (plastic, leren en sportschoenen zijn toegestaan; schoenen zonder echte zool zijn niet toegestaan).

Snorkelen

Geen kledingeisen bij Snorkelen.

Eisen Snorkelen 1

Met zwemvliezen.

  • Te water gaan met een kopsprong, aansluitend 25 meter borstcrawl.
  • Starten in het water, na 15 meter zwemmen in maximaal 2 duiken 3 voorwerpen in minimaal 2 verschillende kleuren ophalen van de bodem (minimaal 2 meter diep).

Met snorkeluitrusting.

  • Te water gaan met een schredesprong, aansluitend 50 meter snorkelen onderbroken door 4 keer 2 draaien om de lengte-as (links- en rechtsom).
  • Starten in het water, 50 meter snorkelen onderbroken door 2 keer een hoekduik richting bodem en aansluitend 10 meter onder water zwemmen.
  • Starten in het water, onder water zwemmen en ondertussen twee uiteinden van een touwtje aan elkaar knopen met een platte knoop.
  • Minimaal 2 voorwerpen in 2 verschillende kleuren (die via de onderwater praatstok worden doorgegeven) ophalen van de bodem (minimaal 1 meter diep).
  • Starten in het water, snorkelen, een hoekduik maken en door een hoepel zwemmen, vervolgens nog een keer linksom of rechtsom door dezelfde hoepel gaan.
  • Starten in het water, 25 meter snorkelen met één zwemvlies.

Eisen Snorkelen 2

Met zwemvliezen.

  • Te water gaan met een schredesprong, aansluitend 25 meter rugcrawl en 25 meter beenslag op de rechter- of linkerzij.
  • Starten in het water, na 12 meter zwemmen in 1 duik 3 voorwerpen in minimaal 2 verschillende kleuren ophalen van de bodem (minimaal 2 meter diep).

Met snorkeluitrusting.

  • Te water gaan met de snorkeluitrusting in de hand, aansluitend de uitrusting aan doen en daarna 100 meter snorkelen, waarvan de eerste 25 meter borstcrawl en de laatste 10 meter dolfijnbeenslag onder water zwemmen.
  • Starten in het water, 25 meter snorkelen met de dolfijnbeenslag, aansluitend 25 meter snorkelen, daarbij 2 keer de snorkel uit de mond halen, over de rug van de ene in de andere hand brengen en vervolgens weer in de mond doen.
  • In maximaal 5 duiken een met 2 kilogram verzwaarde emmer met behulp van de snorkel omhoog blazen (minimaal 2 meter diep).
  • Starten in het water, snorkelen, een hoekduik maken, lucht uitblazen en vervolgens 5 seconden zonder te bewegen op de bodem blijven (minimaal 2 meter diep).
  • Starten in het water, snorkelen, een hoekduik maken en door een hoepel zwemmen, vervolgens nog een keer linksom én rechtsom door dezelfde hoepel gaan.
  • Starten in het water, 25 meter snorkelen zonder duikbril.

Eisen Snorkelen 3

Met zwemvliezen.

  • Te water gaan met een kopsprong, aansluitend 25 meter dolfijnbeenslag zwemmen op de linkerzij en 25 meter op de rechterzij.
  • Starten in het water, 50 meter borstcrawl, tijdens de laatste 10 meter in een duik 3 voorwerpen in minimaal 2 verschillende kleuren ophalen van de bodem (minimaal 2 meter diep).

Met snorkeluitrusting.

  • Te water gaan met de snorkeluitrusting in de hand, aansluitend de uitrusting aan doen, de bril onder water opzetten, vervolgens 50 meter snorkelen met de borstcrawl, aansluitend 50 meter snorkelen met de bril op het voorhoofd en het gezicht in het water.
  • Starten in het water met een buddy, na 5 meter snorkelen een hoekduik maken en 20 meter onder water zwemmen, aansluitend 25 meter buddy breathing.
  • Starten in het water, onder water zwemmen en ondertussen onder water de snorkel uit de mond nemen, een mastworp leggen om de snorkel met een meegenomen stukje touw, het mondstuk onder water in de mond nemen en aan het wateroppervlak de snorkel leegblazen.
  • Starten in het water, 50 meter snorkelen en ondertussen in maximaal 2 hoekduiken 4 pvc-buisjes voorzien van bochtjes ophalen van de bodem en al snorkelend monteren tot een vierkant.
  • Starten in het water, snorkelen en in maximaal 2 hoekduiken, met behulp van een slangsnorkel, een met 1 kilogram verzwaarde 1,5 liter fles omhoog blazen (minimaal 2 meter diep).
  • Starten in het water, snorkelen, een hoekduik maken, aansluitend in rugligging door 2 hoepels zwemmen, die tenminste 5 meter uit elkaar staan (minimaal 2 meter diep).
  • Starten in het water, snorkelen, een hoekduik maken en door een hoepel zwemmen, aansluitend een gestrekte salto achterover maken en in buikligging weer door dezelfde hoepel gaan, vervolgens door de tweede hoepel zwemmen, die 5 meter verderop staat.
  • Starten in het water en blind snorkelen over een afstand van 12 meter naar een afgebakend stuk zwembadwand met een breedte van 5 meter.

Zwemvaardigheid

Eisen Zwemvaardigheid 1

Kledingeisen Zwemvaardigheidsdiploma 1, 2 en 3

Het kledingpakket is gelijk aan het kledingpakket voor het zwemdiploma B van het Zwem-ABC:

  • badkleding
  • T-shirt, blouse of hemd met lange mouwen
  • lange broek (lange broeken die naadloos aansluiten op de huid zijn niet toegestaan)
  • Schoenen met harde zool ( dus geen surfschoenen)

Met kleding zoals beschreven onder “kledingpakket zwemvaardigheid”.

  • Van de bassinrand of een startblok te water gaan met sprong naar keuze (helemaal onder water gaan) vervolgens watertrappend, van een (meegenomen of toegeworpen) plastic zak een drijfmiddel maken en hiermee 30 seconden blijven drijven, proef afronden met zelfstandig uit het water op de kant klimmen.
  • Van de bassinrand of een startblok te water gaan met een kopsprong onder water zwemmen door een gat in een verticaal in het water hangend zeil dat zich op 9 meter van de (start)kant bevindt, vervolgens schoolslag doorzwemmen tot 25 meter, gevolgd door 50 meter enkelvoudige rugslag, onderbroken door 2 keer een koprol achterover, aansluitend 50 meter schoolslag, 2 keer onderbroken door: onder een vlot in de lengte (minimaal 1,5 meter) door zwemmen, er vervolgens op klimmen en aan de tegenoverliggende kant eraf gaan en wederom onder het vlot door zwemmen, proef afronden met zelfstandig uit het water op de kant klimmen.
  • Tweetallen. Een deelnemer die in het water ligt met behulp van een flexibeam of lesplankje naar de kant trekken

In badkleding.

  • Van de bassinrand of een startblok te water gaan met een sprong naar keuze en 150 meter schoolslag zwemmen, waarbij minimaal 2 keer een keerpunt, uit de wedstrijdsport wordt gemaakt.
  • Starten in het water (handen aan stang, bassinrand of startblok) en 25 meter samengestelde rugslag zwemmen.
  • Van de bassinrand of een startblok te water gaan met een startsprong en 25 meter borstcrawl zwemmen.
  • Starten in het water (handen aan stang, bassinrand of startblok) met wedstrijdstart en 25 meter rugcrawl zwemmen.
  • Van de bassinrand of een startblok te water gaan met een startsprong en 8 meter (beginners)vlinderslag.
  • Van de bassinrand of een startblok te water gaan met een sprong naar keuze, vervolgens een aantal slagen schoolslag zwemmen, gevolgd door het maken van een hoekduik en aansluitend 3 pilonnen aantikken, die op een onderlinge afstand van 2 meter en minimaal 2 meter onder het wateroppervlak zijn opgesteld.
  • In het water in rugligging 5 meter wrikken (stuwen) in de richting van het hoofd, aansluitend een gehurkte draai (360°).
  • In het water met tweetallen 4 x de bal werpen.
  • Starten in het water en 10 meter polocrawl zwemmen vervolgens 30 seconden ongelijkzijdig watertrappen.

Eisen Zwemvaardigheid 2

Met kleding zoals beschreven onder “kledingpakket zwemvaardigheid”

  • Van de bassinrand of een startblok te water gaan met een sprong voorwaarts (helemaal onder water gaan), watertrappend van een (meegenomen of toegeworpen) plastic zak een drijfmiddel maken en hiermee 1 minuut blijven drijven, proef afronden met zelfstandig uit het water op de kant klimmen.
  • Van de bassinrand of een startblok te water gaan met een kopsprong en onder water zwemmen door een gat in een verticaal in het water hangend zeil dat zich op 9 meter van de (start)kant bevindt, vervolgens (zonder boven water te komen) een pylon op 12 meter (van de startkant) aantikken, hierna schoolslag doorzwemmen tot 25 meter, gevolgd door 50 meter enkelvoudige rugslag, 1 keer onderbroken door een koprol voorover en een koprol achterover, aansluitend 50 meter schoolslag, waarbij 1 keer het volgende onderdeel wordt uitgevoerd met tweetallen: deelnemer A en B zwemmen naar elkaar toe, deelnemer A legt de handen op de schouders van deelnemer B en duwt deze even onder water terwijl hij/zij er overheen zwemt. Deelnemer B zwemt onder deelnemer A door, proef afronden met zelfstandig uit het water op de kant klimmen.
  • In tweetallen. Vanaf de kant met een hurksprong te water gaan met een flexibeam of lesplankje in de hand, vervolgens de kant vastpakken, flexibeam of lesplankje laten vastpakken door de deelnemer die in het water ligt en deze naar de kant trekken.

In badkleding.

  • Van de bassinrand of een startblok te water gaan met een sprong naar keuze en 175 meter schoolslag zwemmen, waarbij minimaal 2 keer een keerpunt uit de wedstrijdsport wordt gemaakt.
  • Starten in het water (handen aan stang, bassinrand of startblok) en 50 meter samengestelde rugslag zwemmen.
  • Van de bassinrand of een startblok te water gaan met een startsprong en 50 meter borstcrawl zwemmen.
  • Starten in het water (handen aan stang, bassinrand of startblok) met wedstrijdstart en 50 meter rugcrawl zwemmen.
  • Van de bassinrand of een startblok te water gaan met een startsprong en 10 meter vlinderslag.
  • Van de bassinrand of een startblok te water gaan met een sprong naar keuze, vervolgens een aantal slagen schoolslag zwemmen, vervolgens een hoekduik maken en aansluitend onder water door 2 staande hoepels zwemmen, die op een onderlinge afstand van 2 meter en minimaal 1,5 meter onder het wateroppervlak zijn opgesteld.
  • In het water in rugligging 5 meter wrikken (stuwen) in de richting van de voeten, aansluitend een gehurkte draai (360°) rechtsom, uitstrekken en een gehurkte draai (360°) linksom maken.
  • Starten in het water en 10 meter polocrawl zwemmen met bal.
  • 30 seconden ongelijkzijdig watertrappen en op signaal 3 keer omhoog komen.

Eisen Zwemvaardigheid 3

Met kleding zoals beschreven onder “kledingpakket zwemvaardigheid”.

  • Van de bassinrand of een startblok te water gaan met een sprong voorwaarts (helemaal onder water gaan) vervolgens watertrappend, van een (meegenomen of toegeworpen) plastic zak een drijfmiddel maken en hiermee 30 seconden blijven drijven, hierna onder water gaan, de plastic zak legen, weer boven water komen en opnieuw met lucht vullen en 30 seconden drijven, proef afronden met zelfstandig uit het water op de kant klimmen.
  • Van de bassinrand of een startblok te water gaan met een kopsprong en onder water zwemmen door een gat in een verticaal in het water hangend zeil dat zich op 9 meter van de (start)kant bevindt, vervolgens (zonder boven water te komen) een pilon op 15 meter aantikken, hierna schoolslag zwemmen tot 25 meter, gevolgd door 50 meter enkelvoudige rugslag, 1 keer onderbroken door twee koprollen voorover en twee koprollen achterover, aansluitend 50 meter schoolslag, onderbroken door: een hoekduik, onder water door een poortje heen zwemmen, een halve draai om de lengte-as maken naar rugligging en zo boven water komen, proef afronden met zelfstandig uit het water op de kant klimmen.
  • In tweetallen. Vanaf de kant met een hurksprong te water gaan met een flexibeam of lesplankje in de hand, flexibeam of lesplankje laten vastpakken door de deelnemer die minimaal 10 meter vanaf de kant in het water ligt en deze 10 meter in rugligging naar de kant trekken.

In badkleding.

  • Van de bassinrand of een startblok te water gaan met een sprong naar keuze en 200 meter schoolslag, waarbij minimaal 3 keer een keerpunt uit de wedstrijdsport wordt gemaakt.
  • Starten in het water (handen aan stang, bassinrand of startblok) en 75 meter samengestelde rugslag zwemmen.
  • Van de bassinrand of een startblok te water gaan met een startsprong en 75 meter borstcrawl zwemmen, waarbij minimaal 1 tuimelkeerpunt wordt gemaakt.
  • Starten in het water (handen aan stang, bassinrand of startblok) met wedstrijdstart en 75 meter rugcrawl zwemmen, waarbij minimaal 1 keerpunt uit de wedstrijdsport wordt gemaakt.
  • Van de bassinrand of een startblok te water gaan met een startsprong en 15 meter vlinderslag zwemmen.
  • Van de bassinrand of een startblok te water gaan met een sprong naar keuze, een aantal slagen schoolslag zwemmen, vervolgens een hoekduik maken en aansluitend onder water een hoepel (horizontaal liggend op de bodem, minimaal 2 meter diep) van de bodem optillen, er doorheen zwemmen en weer boven water komen.
  • In het water in rugligging 5 meter wrikken (stuwen) in de richting van het hoofd, aansluitend een salto achterover gehurkt maken.
  • Starten in het water en met z’n tweeën naast elkaar 10 meter polocrawl zwemmen met bal, de bal twee keer naar elkaar overspelen.
  • 30 seconden ongelijkzijdig watertrappen en de bal minimaal 3 keer overgegeven van de ene naar de andere hand, ruim boven het wateroppervlak.

Survival

Kledingeisen Survival

Survival 1: Lange spijkerbroek, shirt met lange mouwen en schoenen met harde zool.
Survival 2: Lange spijkerbroek, shirt met lange mouwen, regenjas en schoenen met harde zool.
Survival 3: Lange spijkerbroek, shirt met lange mouwen, trui, regenjas en schoenen met harde zool.

Eisen Survival 1

Met kleding zoals beschreven onder “kledingpakket survival 1”.

  • Van de kant of startblok te water gaan met een sprong voorwaarts, vervolgens achter elkaar 1 rol voorover en 1 rol achterover maken, doorzwemmen tot 25 meter, proef afronden met zelfstandig uit het water op de kant klimmen.
  • Van de kant of startblok te water gaan met een sprong voorwaarts, watertrappend de schoenen en broek uittrekken, schoenen laten vallen, vervolgens 1 minuut drijven door gebruikt e maken van de broek, aansluitend 1 minuut watertrappen met gebruik van armen, proef afronden met zelfstandig uit het water op de kant klimmen.

Met badkleding en met een shirt met lange mouwen.

  • Van de kant of startblok te water gaan met een sprong voorwaarts, 10 meter borstwaarts richting een boot zwemmen, in de boot klimmen en vervolgens met een rol achterwaarts de boot verlaten, gevolgd door minimaal 15 meter borstwaarts zwemmen, onderbroken door 1 keer onder-over-onder een vlot (lengte) door en 1 keer met een hoekduik door een gat in een verticaal in het water hangend zeil.
  • Van de kant in het water laten zakken, onder water zwemmen door een gat in een verticaal hangend zeil dat zich op 6 meter van de kant bevindt, vervolgens 50 meter borstslag, de laatste 25 meter samen met één of twee vriendje(s) een vlot vervoeren.
  • In het water, afzetten van de wand, 100 meter rugwaarts zwemmen, tijdens de eerste 25 meter een plankje of ander hulpmiddel droog (boven water) vervoeren, tijdens de laatste 25 meter met een hoekduik een schoen opduiken en deze meenemen naar de kant.
  • Van de kant in het water laten zakken met een geblindeerde zwembril, onder water gaan en onder water 5 slagen zwemmen op de borst.
  • Uitvoeren van een droge redding door vanaf de kant contact te maken met een vriendje dat in het water ligt (max. 2 meter uit de kant), een hulpmiddel (spijkerbroek) te werpen en dit vriendje naar de kant te brengen.

Eisen Survival 2

Met kleding zoals beschreven onder “kledingpakket survival 2”.

  • Van de kant of startblok te water gaan met een sprong voorwaarts, vervolgens achter elkaar 2 rollen voorover en 2 rollen achterover maken, doorzwemmen tot 25 meter, proef afronden met zelfstandig uit het water op de kant klimmen.
  • Van de kant of startblok te water gaan met een sprong voorwaarts, watertrappend de schoenen en regenjas uittrekken, schoenen laten vallen, vervolgens 1 minuut drijven door gebruik te maken van de regenjas, aansluitend 30 seconden watertrappen met armen over elkaar en 30 seconden watertrappen met gebruik van de armen; proef afronden met zelfstandig uit het water op de kant klimmen.

In badkleding en met lange (spijker) broek en shirt met lange mouwen.

  • Van de kant in het water laten zakken, minimaal 5 meter onder water zwemmen naar een omgeslagen boot, onder de boot boven komen, 15 seconden onder de boot blijven en vervolgens rugwaarts onder water de boot verlaten, boven komen op minimaal 1 meter afstand van de boot. In het water, afzetten van de wand, aansluitend op de rug onder een vlot door tijgeren (rugwaarts met de handen de mat voelen), vervolgens borstwaarts doorzwemmen tot 25 meter, onderbroken door 1 keer met een hoekduik richting de bodem duiken (minimaal 2 meter diep) en op de bodem door een liggende hoepel gaan.
  • Van de kant in het water laten zakken, onder water zwemmen door een gat in een verticaal hangend zeil dat zich op 9 meter van de (start)kant bevindt, vervolgens 50 meter borstslag zwemmen, aansluitend over een afstand van 12,5 meter een vriendje op een vlot vervoeren.
  • In het water, afzetten van de wand, 50 meter rugwaarts zwemmen, onderbroken door 1 keer naar de bodem zakken (minimaal 2 meter diep), bodem aantikken met de voeten, vervolgens een touw vastpakken en via het touw (7 meter lengte) ruggelings naar boven komen.
  • Van de kant in het water laten zakken met een geblindeerde zwembril, onder water gaan en onder water 5 slagen op de rug zwemmen.
  • Uitvoeren van een droge redding door vanaf de kant contact te maken met een vriendje dat in het water ligt (minimaal 6 meter uit de kant) een reddingsmiddel (reddingszak, reddingsklos) te werpen en dit vriendje naar de kant te brengen.

Eisen Survival 3

Met kleding zoals beschreven onder “kledingpakket survival 3”.

  • Van de kant of startblok te water gaan met een rol voorwaarts, vervolgens achter elkaar 1 rol voorover, 1 rol achterover, 1 rol voorover en 1 rol achterover maken, doorzwemmen tot 25 meter, proef afronden met zelfstandig uit het water op de kant klimmen.
  • Van de kant of startblok te water gaan met een sprong voorwaarts, watertrappend de schoenen, de regenjas en de trui uittrekken, schoenen en trui loslaten, vervolgens 1 minuut drijven door gebruik te maken van de regenjas, aansluitend 30 seconden watertrappen met verplaatsen voorwaarts en achterwaarts met gebruik armen, idem met gebruik alleen benen; proef afronden met zelfstandig uit het water op de kant klimmen.

In badkleding en met lange (spijker) broek en shirt met lange mouwen.

  • Van de kant in het water laten zakken, op de rug onder water zwemmen onder een liggend zeil (minimaal 4 meter uit de kant) door, door het gat in het zeil boven komen, proef afronden door onder water te zakken en op de rug onder het zeil uitzwemmen.
  • Van de kant in het water laten zakken, onder water zwemmen door een gat in een verticaal hangend zeil dat zich op 12 meter van de (start)kant bevindt, vervolgens 75 meter borstslag zwemmen, aansluitend over een afstand van 25 meter alleen of samen met een vriendje, een ander vriendje op een vlot vervoeren.
  • In het water, afzetten van de wand, 75 meter rugwaarts zwemmen, onderbroken door 1 keer naar de bodem zakken (minimaal 2 meter diep), schoen van de bodem rapen en meenemen, vervolgens een touw vastpakken (met 1 hand) en via het touw (7 meter lengte) naar boven komen.
  • Van de kant in het water laten zakken met een geblindeerde zwembril, ongeveer 8 meter onder water zwemmen, minimaal 1 voorwerp van de bodem oprapen en boven water tonen Van de kant in het water laten zakken, 15 meter borstwaarts zwemmen met hoofd boven water, hoekduik maken en een pop opduiken (minimaal 2 meter diep), vervolgens de pop vervoeren in de kopgreep over een afstand van 5 meter.
  • Met een hurksprong te water gaan en met behulp van een hulpmiddel (plank, flexibeam) naar een vriendje zwemmen, hulpmiddel aanreiken en vriendje vervoeren naar de kant over een afstand van 10 meter

Contactgegevens

Hertog Willemweg 68
1607  CZ Venhuizen

T: 0228 – 54 16 02
E: info@hemmerven.nl
KvK: 41234418

Algemene voorwaarden

Volg ’t Hemmerven op social media:

  • Lijst Titel 1

  • Lijst Titel 2

  • Lijst Titel 3

© Copyright - Zwembad 't Hemmerven